Ik bekijk een televisieuitzending waarin iets gezegd wordt over Tsjechov (sterfelijke hand op zoek naar het geheim van schrijven). Niet oordelen, weinig hoop geven, liefdevol beschrijven. Dat is Tsjechov. Interviewer: was Tsjechov mensenkenner? Uitgever: ja. In één van zijn korte verhalen staan enkele personages op een kerkhof bij het graf van een toneelspeler. Toneelspeler, soapster, theaterproducent en postkredietreclameacteur Rick Engelkes zit tegenover de uitgever en luistert aandachtig. Op het graf staat een oud verweerd kruis. Op het kruis de woorden ‘puntje puntje puntje …vergetelijke vriend Musjkin.’ En dan, zegt de uitgever, krijg je zo’n mooie Tsjechov-zin: ‘De tijd had het voorvoegsel ‘on’ uitgewist en een door de mensen begane leugen hersteld.’ Als je dat op je 24e schrijft ben je een mensenkenner. Ik wil nagaan of de dode toneelspeler inderdaad Musjkin heet en beland op de website van Van Oorschot. Daar lacht Ademgaten – denken over dieren van Dick Hillenius me toe. Geprepareerd skelet van – ik denk – een kameleon op een pikzwarte kaft. Vijftien euro voor veertig jaar oud fris proza. Terwijl ik nies, zit het boek al in mijn bestelmandje. Terwijl ik afreken mijmer ik over metaforen en computers. Ik ben vergeten wat ik kwam doen. Nicholas Carr, The Shallows, heeft gelijk: internet belast ons korte termijngeheugen met vanalles en nog wat, iets afmaken is er niet bij. Maar de serendipiteit maakt veel goed.