Storytellers seek the footprints of lost memory, love and pain that cannot be seen but are never erased. – Eduardo Galeano

Eduardo Galeano is dood, ik lees zijn jongste boek, Hunter of stories, zijn gift bij het weggaan, geschreven met de dood op de hielen, hij heeft het over voetstappen weggespoeld door de regen, sporen van meeuwen gladgestreken door de wind, de zon die littekens bleekt, de dag, de nacht, op weg gaan, een oude man ‘already walking with the wind’. Hem vind ik de mooiste schrijver, het verleden drukt op hem zonder dat het hem neerdrukt, zijn schrijven is zwaar en licht als leven. Ik lees hem en wil lezen. Ik schrijf een woord van hem over en wil schrijven. Weggaan is op weg gaan.

Hij kopieert een regel uit A thousand and One Night, en dat is dan een bladzijde in zijn boek, de pagina lijkt op een pagina in een dichtbundel, maar Hunter of stories is ontegenzeglijk prozaïsch, ondanks poëtische, ingedikte taal. Hij lijkt te zeggen, dit kopiëren is genoeg, wandel in voetstappen: ‘get going, friend! drop everything and get going! of what use is an arrow if it never flies from the bow! how good would the melodious lute sound if it were still a piece of wood?’ Hij trekt een spoor en ik zie hoe oud de wereld is, en hoe jong en onbezonnen beschaving.

Vertel.