Ik heb ooit gezegd dat schrijven een vloek is. Het was gemeend, maar waarom ik het precies zei weet ik niet meer. Vandaag zeg ik het opnieuw: schrijven is een vloek, maar een vloek die redt.
Daarmee bedoel ik niet zozeer schrijven voor een krant. Ik bedoel iets schrijven wat je eventueel kunt veranderen in een kort verhaal of een roman. Het is een vloek omdat het je dwingend meesleurt, als een zware verslaving waar je haast onmogelijk van af kunt komen, omdat niets het kan vervangen. En het is een redding.
Het redt de beknelde ziel, redt de persoon die zich nutteloos voelt, redt de dag die je beleeft en die je alleen kunt begrijpen als je schrijft.
Schrijven is proberen te begrijpen, is proberen te reproduceren wat niet reproduceerbaar is, is tot de diepste kern gevoelens doorgronden die anders slechts vaag en verstikkend zouden blijven. En schrijven is ook een leven zegenen dat niet gezegend is.
Jammer dat ik alleen kan schrijven wanneer ‘het’ spontaan komt. Zo ben ik overgeleverd aan de tijd. En tussen twee momenten van echt schrijven in kunnen jaren voorbijgaan.
Vol heimwee denk ik nu terug aan de pijn van het boeken schrijven. – De ontdekking van de wereld, Clarice Lispector