Planten hoeven niet mooi te zijn om een partner te vinden, zoals dieren en mensen. – Arjen Mulder

Wanneer er onheil dreigt of het weer verslechtert, kunnen dieren weglopen en elders hun heil zoeken. Een plant kan dat niet. Die moet zien te overleven door op tijd zaden, sporen of andere voortplantingsdingen te maken en te verspreiden. En dan maar hopen dat deze op een plek vallen waar ze kunnen ontkiemen, zodat ze te zijner tijd nieuwe voortplantingsmaterialen kunnen laten vrijkomen, die zich weer elders vestigen. En zo verder, tot de plant voor langere tijd uit de gevarenzone is of zichzelf zo heeft veranderd dat hij het onder ongunstige omstandigheden vol kan houden – ja, zelfs kan woekeren.

Een dier kan zien welke kant hij het best op kan vluchten of waar het bestaan prettiger is, maar een plant is blind, grotendeels. Als een plant op elk moment van de dag de gevaren zou kennen waaraan hij blootstond – een naderende herbivoor, een grasmaaimachine – zou hij van pure stress geen energie overhouden om zijn stengels in de hoogte en zijn wortels de diepte in te duwen. En dan moet hij ook nog bladeren en wortelknollen bouwen, bloeiwijzen voortbrengen, vrucht dragen, het luchtruim kiezen op de wind of in de buik van een vogel, en terechtkomen op een plek die aan zijn levenseisen voldoet, ontkiemen, en dan weer opnieuw zo’n hele cyclus doorlopen.

Wat is leven?

[Leven wrikt, pulseert, trekt, duwt, organiseert, gaat door. Prachtig essay over planten, bomen, harmonie, hoe te leven, Raoul Francé, en planten die, anders dan wij mensen, wel weten wat ze doen. Ik hoop zo snel mogelijk het essay in zijn geheel over te typen. – ID]