Ik heb geen mobiele telefoon. Ik ben geen lid van sociale netwerken. De man op de televisie noemt me een slaaf, iemand die niet meedoet aan de samenleving. Ik betwijfel of technologie daar iets mee te maken heeft. Zonder kun je ook niet meedoen aan de samenleving. Wanneer doe je mee? Mijn ouders stonden vroeger niet in het telefoonboek, toch werden ze wel eens gebeld. Ze geven gul aan elke collectant die aan de deur aanbelt.

Een mens gaat soms op zoek naar een bepaalde schaarste om een bepaalde authenticiteit terug te vinden. De schrijver gebruikt twee keer het woord ‘bepaald’ – terwijl hij vermoedelijk ‘onbepaald’ bedoelt: je weet niet precies wat je zoekt, er is een onrust. Geen telefoon/geen Facebook is behalve zelfopgelegd ongemak een zoektocht naar die schaarste. Ik vermoed dat als ik die bepaalde authenticiteit terugvind, daar een onbeperkt telefoonabonnement naast ligt.

Hij zegt ook ergens – ik kan het niet snel terugvinden – dat een boek een tocht is voor geduldige reizigers. Nu ik het boek uit heb, een papieren versie die lekker leest, zou ik toegang willen tot een digitale kopie (pleonasme) zodat ik broksgewijs kan teruglezen, doorzoeken, citeren. Niet die grafzerkjes in huis, opgestapeld tegen de muur.