Aan fotografie kleeft iets raars. Het lijkt zo makkelijk, iets voor achter de hand, om te gaan doen als je geen werk hebt of als je het niet meer weet, een kunstvorm voor autodidacten net als schrijven (een bezigheid). Ik kijk uit het raam driehoog naar beneden. Daar staan vuilnismannen op knoppen op een paneel te duwen. Een kraan grijpt een vuilcontainer, tilt hem de lucht in en schudt hem boven de vuilniswagen leeg. Wat een systeem! Knaloranje jacks, de vuilcontainer die in de lucht zweeft, gapend gat waarin vuil terug omhoog dwarrelt, een rij auto’s die staat te wachten. Zo zijn er honderd foto’s, je hoeft alleen maar te klikken. Omdat de urgentie ontbreekt doe je het niet. Die foto kan wachten tot de vuilnismannen er weer zijn, want dat was vorige week ook zo.