Taal maakt eenzaam. Door een boom ‘boom’ te noemen raakt hij los van de rest: van de grond waarin wortels steken, van de lucht waarin takken prikken, enzoverder. We kappen een boom, geen tijdelijke, grillige, krakende uitstulping van de aarde. Woorden achter elkaar zetten (‘schrijven’) is een poging om iets van die fundamentele eenzaamheid – die taal zelf creëert – op te heffen. Het wordt nu niet leuk meer. Als je niks apart wilt zetten, geen onderscheid wilt maken…taal leent zich niet zo voor het alles-ene.
Gelukkig was Lucinda Childs op televisie met Dance, een minimalistische en op het oog luchtig uitgevoerde choreografie uit 1979 op muziek van Philip Glass in een decor van Sol LeWitt. Dat luchtige bleek schijn. Je zag dansers in identieke witte pakjes achter de schermen de grootste moeite hebben met tellen en wanneer ze op moesten en waar ze waren als ze af gingen – en dat twintig minuten lang, steeds het simpele, moeilijke zelfde uitvoeren, elke keer net iets anders, de coulissen in en uit, waar mensen klaarstonden om hen het podium weer op te duwen, waardoor ze aan nadenken over de uitvoering van de beweging nauwelijks toekwamen. Wat moet dat heerlijk zijn. – bij het lezen van Patricia de Martelaere en het kijken naar Lucinda Childs