Ik scan de boodschappen – appel, koekjes, linzen – één voor één bij de kassa en vraag me af of het meisje dat daar zat meer tijd aan haar studie besteedt of ander werk heeft gevonden. Ik houd de barcode voor de sensor, het raampje licht rood op, een piepje klinkt, een klein vreugdevol theatertje, a thing of beauty. Ik kan vals spelen, producten ongezien in mijn tas stoppen en door het poortje lopen en Game of Thrones kijken met koekjes op de bank. Ik kan leren wat het betekent, wat het met me doet, om de wet niet te overtreden. Dat laatste wordt in de toekomst moeilijker, schrijft Jamie Susskind in Future Politics, Living together in a world transformed by tech. Code die het overtreden van de wet voorkomt wordt meegeprogrammeerd in de dingen. Bedrijven schrijven de wet voor.

[Intimate scrutiny. In zijn boek liggen de plots voor thrillers voor het oprapen. Alles wordt gezien, gehoord, geregistreerd, een moord door Amazons Echo-speaker, een lijk dat nog 2200 stappen zet door FitBit. Liegen wordt moeilijker. Werknemers van Amazon die naar audiofragmenten luisterden om Alexa en slimmer en beter te maken hoorden een kind dat om hulp riep, ze hoorden seksueel misbruik, een vrouw die vals zong onder de douche. Mijn hoofdpersonage zou niet een moord oplossen omdat hij uit die speaker iets verdachts hoort, hij zou er een plotten als hoorspelmaker.]