Taal kan knollen voor citroenen verkopen (retorica), dat is het aantrekkelijke van taal. Op 9 oktober 2009 hield Barack Obama, president van een land in oorlog, een speech bij het in ontvangst nemen van de nobelprijs voor de vrede. Hij maakt van oorlog een soort onontkoombaar natuurfenomeen. ‘War, in one form or another, appeared with the first man. At the dawn of history, its morality was not questioned; it was simply a fact, like drought or disease – the manner in which tribes and then civilizations sought power and settled their differences.’ Zonder militair ingrijpen kon Hitler niet gestopt worden. Zonder ingrijpen kan Al Qaeda niet gestopt worden. ‘To say that force may sometimes be necessary is not a call to cynism – it’s a recognition of history; the imperfections of man and the limits of reason.’ Het staat zwart op wit (nytimes.com, 12.11.09, copy for personal, non-commercial use only). Omdat de rede beperkingen kent, de mens tekortschiet, is geweld soms nodig. De speech is ongelooflijk. Dat wist ik niet (krantloos, televisieloos), dankzij Marta Navaridas en Alex Deutinger weet ik het wel. Zij maakten een performance waarbij een vrouw – als een soort ghostwriter, maar dan van bewegingen in plaats van woorden – bewegingen voordoet die een man, strak in pak, op het podium nadoet, terwijl hij speecht. De bewegingen, steeds extremer, steeds expressiever, ontsporen. De tekst ontspoort ook, al is het dezelfde tekst, want wat betekent handelen naar het hoogste morele gebod aan de basis van elke grote religie – ‘that we do unto others as we would have them do unto us’, terwijl datzelfde handelen uit oorlog voeren bestaat? – Your majesties, Jeux de Fras, 3-5 april, Frascati