Janneke Wesseling schreef Het museum dat niet bestond, een boek over kunst en kijken. Ergens in haar boek staat de beginzin: ‘In 1994 schilderde Jan Andriesse (Jakarta, 1950) zijn eerste regenboog.’ Perfect in zijn eenvoud. Nog voordat we de man hebben leren kennen, weten we wie hij is en wat hij doet. De zakelijke toon, de opsomming (twee namen, twee jaartallen) zetten je op het verkeerde been. Je denkt dat je de telefoongids leest. Dan dat vervreemdende concrete detail aan het eind. De man schilderde…wàt? De poëzie dringt door. Zijn eerste regenboog. Alles ligt open. Maar het ligt ook al vast.Een ultiem portret in tien woorden, en dan moet het essay nog beginnen.