‘Sommige mensen
worden nog een keer geboren.
Joseph Beuys bijvoorbeeld.
Tijdens een sneeuwstorm.
Neergestort. Halfbevroren
en bewusteloos gevonden
door een halfwild volk
dat hem insmeerde met dierlijk vet,
hem wikkelde in een vilten doek.

Dierlijk vet, een vilten doek
en iemand die het zag
en het belangrijk genoeg vond.

Nog een keer geboren worden
omdat één keer niet genoeg is
om te weten dat iemand je wilde,
wilde dat jij er was.
Iemand anders dan je moeder,
want je moeder gaf je leven,
maar het nog eens aan je geven,
dat kunnen de meeste moeders niet.’

De gedichten van Tjitske Jansen in Het moest maar eens gaan sneeuwen zijn niet allemaal titelloos – deze wel.