In Erewhon, de omgekeerde wereld (1872) noemt Samuel Butler machines ‘uitwendige ledematen’ die ons in staat stellen ons aan omstandigheden aan te passen. Hij geeft een voorbeeld: ‘Als het regent, zijn we voorzien van een orgaan dat paraplu genoemd wordt en dat ontworpen is met het doel onze kleren of onze huid te beschermen tegen de nadelige effecten van water.’ Hoe heerlijk begrijpelijk dat klinkt – de paraplu – in verhouding tot de comlexe apparaten en systemen waarmee we ons sindsdien zijn gaan omringen. Maar dat is gradatie. De gedachte dat machines (werktuigen, apparaten) extra organen zijn, die we naar believen aan ons lichaam kunnen toevoegen en kunnen verwijderen houdt stand. We hebben niet één vaststaand lichaam. Door de ogen van Butler bezien (sic) bezit het lichaam wisselende organen bij wisselende seizoenen, bij veranderende leeftijd, bij toenemende of afnemende rijkdom. In zekere zin fungeren de woorden van Samuel Butler ook als extra orgaan. Ik plug in op zijn geest. Zijn woorden beschermen me zoals een paraplu. Zijn aanwezigheid is goed gezelschap. Ik ga niet graag de deur uit zonder een boek.

»