Ze leest een gedicht voor aan de keukentafel, drie meisjes liggen in een kuil, na de oorlog, ze moeten aansterken, daarom eten ze dikke Deense pannenkoeken en verwarmt de zon ze, ik stel me de kuil voor als een brandglas. Ergens in het gedicht versta ik de regel ‘de wolken dreigen verder’. Misschien lijkt schrijven op leven, is iets scheppen het gevolg van fouten die succesvol blijken.