Er was veel vraag naar het werk van Pieter Bruegel de Oude, vertelt een stem in mijn oor. Zijn zonen en kleinzonen zijn het werk gaan kopiëren om aan die vraag te voldoen. Geen kopie is hetzelfde. De zonen en kleinzonen hebben de kleuren wat scherper, feller, commerciëler gemaakt, aangepast voor de markt. Ik sta in het Stedelijk museum Wuyts-Van Campen & Baron Caroly in Lier, genoemd naar de schenkers, kijk naar twee van de twintig spreekwoordenschilderijen, zoek de verschillen, en denk: business. Schilderkunst is business en liefdadigheid, wat kan het anders zijn? Het beeld van Bruegel, zo vertelt een andere stem, is sterk gekleurd door de fictieve biografie die Felix Timmermans schreef over Bruegel, Pieter Bruegel, zoo heb ik uit uwe werken geroken (1928). Die titel is vetter dan de frieten hier. Ik moest maar eens naar het Timmermanshuis. Maar eerst een grijze pistolet. Alle musea zijn tussen de middag dicht. Men leeft, men luncht. – Bruegelland, Lier