We reden oostwaarts, richting Wolfsburg – de stad van Volkswagen.

Hitler wilde voor de gewone man een betaalbare, zuinige auto die 100 km/uur haalde, waar twee volwassenen en een kind in konden (of 3 soldaten en een mitrailleur) en die bij ernstige kou gewoon buiten kon blijven staan. Hij liet een fabriek verrijzen, en een stad om haar arbeiders te huisvesten: Wolfsburg (deze naam kreeg de stad ná de oorlog). Rijdt een VW Golf anders als je deze ontstaansgeschiedenis kent? ‘It’s hard to know the truth, so we live with points of view,’ zingt Mary Gaulthier op de autoradio en ja, dat is zo, als je de Duitse wikipedia met de Nederlandse vergelijkt.

Nu wil het geval dat je, bij aankoop van een Volkswagen, een ErlebnisAbholung kunt boeken. Dat lijkt me het signaal dat de eindfase van het kapitalisme is aangebroken: de producent die de consument zelf zijn auto bij de fabriek laat ophalen en naar huis brengen en hem dat verkoopt als luxe ervaring. Op een dag betaal je ervoor om in China in kelders producten in elkaar te schroeven terwijl het voelt alsof je iets bijzonders beleeft. Ondertussen rollen de Volkswagens in Spanje en Portugal van de lopende band, en worden op de trein gezet om een ErlebnisAbholung in Duitsland mogelijk te maken.

Vandaag sta ik – in Wolfsburg vanwege James Turrell – oog in oog met de automated car delivery twin towers. Twee gigantische, glazen, ronde torens vol hard staal, spiegelend in de zon, 30 verdiepingen hoog, elke verdieping zo’n 50 auto’s, met een lift in het midden die op een neer zoeft en telkens een taartschep onder een spiksplinternieuwe Volkswagen schuift om hem voor iemand uit de toren te halen. Rationeel ben ik wel, gevoelsmatig niet in staat tot kritiek op de maatschappij waarin we leven. Ik ben er een product van. De geur van Nieuwe Auto. De kleur peppergray. Het is glanstaal. Alleen kijken is niet genoeg.

«