Ik heb me wel eens afgevraagd waarom ik een soort allergie heb voor het begrip ironie. En ik weet wat het is. Het is dat de ironicus altijd zo gruwlijk precies weet wat hij eigenlijk bedoelt. Hij kiest alleen maar een onverwachte formulering om een soort glimlach bij zijn publiek af te dwingen. Ironie is daardoor dus helemaal niet dubbelzinnig, maar juist – vergeef me het germanisme – eenduidig. Ironie is loos en vals, en daarmee is het eigenlijk een vorm van kitsch. Het is in ieder geval het tegendeel van oprechte dubbelzinnigheid. – Martin Reints in Mooi, maar dat is het woord niet, Rutger Kopland