We kijken Dunkirk in Tuschinsky, een oorlogsfilm. We schamen ons voor ons gebrek aan historisch en geografisch besef, onze onwetendheid, maar spreken die slechts gedeeltelijk uit. Eerste wereldoorlog, tweede? Ligt Duinkerke niet in België? Wat gebeurde daar?
We wisten niet dat in het begin van de oorlog 300.000 Engelse soldaten als lemmingen naar de rand van het continent gedreven waren, en er nog net niet overheen vielen, wachtend op redding vanuit zee, bestookt vanuit de lucht en beschoten vanaf land, hopend op evacuatie.
Rondstappen in de wereld voelt als permanent uit een ei kruipen terwijl diezelfde wereld gevormd is door eerdere mensen die ook zo rondstapten. En dan die enorme bakken popcorn om ons heen, de indringende lucht, als van rotte eieren. Wanneer we de bioscoop verlaten vegen jonge mannen met handvegertjes een slagveld aan brokstukjes van de rode pluchen stoelen.
Ik snap niet waarom die soldaten open en bloot op het strand gaan staan, keurig opgesteld in rij en rang, ze vormen een niet te missen doelwit, zeg ik.
Ik zou in een duinpan gaan liggen wachten tot een schip arriveert, dan in 9 seconden ernaar toe rennen, al zou ik dat bij nader inzien ook niet doen, zo’n schip is ook een doelwit.
Ik zou in het verzet gaan, zegt ze.
Hitler doodschieten?
Ze zegt niet wat ze zou doen.
Het duurt even voor we de film doorhebben.
Christopher Nolan weeft op een ingenieuze manier 3 vertelde tijden in elkaar: 1 week, 1 dag, 1 uur. Zo lang duurt Dunkirk voor een Engelse soldaat, de vissersbootjes met vaders die vanuit Engeland hun zonen na een uit hand gelopen trip naar Frankrijk komen ophalen en veilig thuisbrengen (de zonen schamen zich dat ze niks hebben kunnen uitrichten), de vliegeniers die over het Kanaal vliegen.
Wat is tijd? Mensen kruisen elkaars pad en het kost een reeks beslissingen en keuzes en omstandigheden en gebeurtenissen om op dat punt in elkaars nabijheid te verschijnen.
De volgende ochtend stuurt ze het waargebeurde verhaal achter het verhaal van de vissersboot, die geen vissersboot is (gebrek aan nautisch besef).

The Mark Rylance character, Dawson, is closely based on Lightoller, Second Officer of the Titanic, who took his yacht Sundowner to Dunkirk at the age of 66. Like Lightoller he refuses to let the navy crew his boat – “if anyone takes her it will be me”, and takes one of his sons with him. Like Lightoller, Dawson has lost a son in the RAF (Brian, shot down in a Wellington bomber on the second day of the war) who taught him how to evade air attack. Also like Lightoller he packs the boat so full (four stood in the bathtub), the disembarkation officer couldn’t believe over 55 men were aboard Sundowner.

Wat we waargebeurd noemen is misschien eerder daargebeurd en toengebeurd, het had op duizenden momenten anders kunnen lopen. In die zin is alles wat gebeurt een soort mirakel. Heeft die man de ramp met de Titanic overleefd?

Charles Herbert Lightoller, DSC & Bar, RD (30 March 1874 – 8 December 1952) was the second officer on board the RMS Titanic and a decorated Royal Navy officer. He was the most senior member of the crew to survive the Titanic disaster. As an officer in charge of loading passengers into lifeboats, Lightoller not only enforced with utmost strictness the “women and children first” protocol; he also effectively extended it to mean “women and children only”. In pursuance of this principle, Lightoller lowered lifeboats with empty seats if there were no women or children waiting to board. Indeed, Lightoller is known to have permitted exactly one adult male passenger to board a lifeboat, namely Arthur Godfrey Peuchen, who was permitted to board a lifeboat (no.6) that was otherwise full of women, because he had sailing experience and could help navigate the boat. Lightoller stayed until the last, was sucked against a grate and held until he was under water, but then was blown from the grate from a rush of warm air as a boiler exploded. He clung to a capsized collapsible boat with 30 others until their rescue.

De Sundowner heet in de film Moonstone.