Morele dilemma’s zijn vaak extreem en vervelend. Stel, er zijn vijf mensen, ze hebben alle vijf een orgaantransplantatie nodig om te voorkomen dat ze doodgaan. In een kamer ligt een nietsvermoedende man, hij slaapt. Zou je de kamer binnen gaan, hem verdoven, vijf organen bij hem wegnemen, vijf levens redden? Of het trolley-probleem: zou je de wissel omdraaien zodat een aanstormende trolley afbuigt en twintig mensen gered worden, maar één dikke man sterft? Ik betwijfel of mensen over zulke zaken zinnig kunnen nadenken. En vervolgens doen is weer wat anders.

Why do dogs lick their balls? Because they can.

Michael Sandel gaf een publiekscollege in de Rode Hoed in Amsterdam. Het ging over de volmaakte mens en de vraag of biotechnologie die volmaakte mens moet creëren. Sandel toonde fragmenten van filosofen, stelde vragen, zocht interactie met de zaal, zelf gaf hij weinig prijs. Hij peilde de gemoedstoestand: ‘hoeveel mensen in de zaal zijn voor…’ en dan ging het over ethische keuzes als ‘het selecteren van het geslacht van een baby’, ‘het selecteren van de seksuele voorkeur van een baby’, ‘the right to do with your brain what you want to do’, ‘1000 jaar worden’. Vervolgens deed een voorstander of tegenstander zijn verhaal. Heel soms sijpelde iets in Sandels vraagstelling door:

‘I thought you might say…’
‘May I put a possible objection…’
‘It’s not obvious from the argument you were…’
‘You say something further…’

Technologie kan veel, maar één ding niet: vertellen hoe we haar moeten gebruiken. Michael Sandel wil daarom dat het publieke debat op gang komt. Technologie kan misschien menselijke tekortkomingen overwinnen, ‘enhancing our muscles, memories and moods’, maar blijft het antwoord schuldig op twee belangrijke vragen: 1. Wat geeft het leven betekenis? 2. Hoe moeten we omgaan met beperkingen en mogelijkheden?

Ik was benieuwd naar Sandels methode, naar de manier waarop hij met de zaal op een punt zou komen. Dat punt kwam niet. Naarmate het college langer duurde ontdekte ik dat ik niet langer geïnteresseerd was in die methode (‘interactief college’), maar Sandel zelf wilde horen over de kwestie, niet de mensen in de zaal. Ik ben een slechte, voor het publieke debat, de traagheid ervan. De oeverloosheid. De geduldpil?

Gelukkig, internet. Boek. Informatie.

Over de ethische dilemma’s rond biotechnologie schreef Sandel het veelbesproken boek The Case Against Perfection (Nederlands: Pleidooi Tegen Volmaaktheid). Een eerdere, beknopte versie is online te lezen. In dit betoog bespreekt Sandel het intuïtieve ongemak dat veel mensen voelen bij het perfectioneren van de mens met behulp van techniek. Hij ontleedt nauwgezet de meest voor de hand liggende bezwaren tegen mensverbetering, en stelt dat deze veel gehoorde argumenten niet de ware redenen kunnen zijn voor onze terughoudendheid. Volgens Sandel ligt het probleem van ongelimiteerde mensverbetering namelijk niet zozeer op een politiek of sociaal, maar op een bijna religieus niveau. Hoe meer controle we nemen over onze aard en eigenschappen, zegt Sandel, hoe slechter we worden in het accepteren van onze eigen natuur en de natuur in het algemeen. Drie morele pijlers raken hierdoor verwrongen: nederigheid, verantwoordelijkheid en solidariteit.

Nederigheid raken we kwijt, stelt Sandel. Hiermee bedoelt hij het vermogen om de (menselijke) natuur zoals die tot ons komt te accepteren en het leven als een geschenk te kunnen zien. Iedere afwijking in de mens zal ontoelaatbaar lijken en ook van onze omgeving zullen we steeds meer aanpassing eisen; tegenslag wordt onverdraaglijk. Als we onszelf in hoge mate kunnen verbeteren, worden we bovendien verantwoordelijk voor alles wat er met ons lijf gebeurt. Iedere fout, tekortkoming of afwijking in lichaam of geest had je immers zelf kunnen aanpassen. Daarmee verdwijnt ook solidariteit tussen mensen, het vermogen om elkaar te willen ondersteunen in leed. Wie wil er nog betalen voor zorgverzekering wanneer de ander met wat genetisch geknutsel nooit ziek had hoeven worden? Eigen schuld, dikke bult.
 
Het is deze drang naar perfectie waarover Sandel zich zorgen maakt. We willen steeds betere mensen worden, maar intussen gaat dit ten koste van onze menselijkheid.’ –vpro.nl