In de repetitiezaal van Het Nationale Ballet krijgen we te horen wat Hans van Manen voor de danswereld heeft betekend. ‘Hij heeft mannen en vrouwen geëmancipeerd. Bij hem werd een man een kerel, een vrouw was niet langer een lieflijk poppetje. Hij was de eerste choreograaf die een vrouw een man bij zijn kruis liet grijpen.’ De vrouw over wie het gaat is in de zaal op de achtergrond aanwezig. Ze zegt: ‘het stuk was op mijn lijf geschreven.’ Ik ben verbaasd over de eenvoud van haar woorden, de tevredenheid die letterlijkheid teweegbrengt, wat ermee te maken kan hebben dat het figuurlijk ook klopt, dat de opmerking uit een klassiek getraind lichaam komt, dat ze dus niet zomaar – alleen maar – een grap probeert te maken, en dat het haar totaal niet uitmaakt of wij erom zullen lachen. Haar taak is te zorgen dat het gedachtegoed van Hans van Manen op de vloer tot zijn recht komt.