Nooit eerder zag ik een boekwinkel waar boeken rechtop staan met lucht om zich heen, in plaats van dat ze platgedrukt worden tussen achterflap en kaft van andere boeken. Ze waren vastgelijmd. Dát – of iemand had zojuist uiterst voorzichtig, met ingehouden adem, links en rechts een aantal boeken weggenomen. Waarom vielen ze niet om? Ik nam een boek van de plank en las één zin. Vooruit, twee. ‘Elk mens heeft zijn vogel, en heeft een steen in zijn hart liggen. Naar die zotte vogel luistert men, en men doet van alles om het gewicht van de steen niet te voelen.’ De boeken bleven staan en de zotte vogel kocht het ene exemplaar. – Adriaan Brouwer, Felix Timmermans