Met teveel blauw licht in je leven denkt het lichaam dat het ochtend is, is het waakzaam, dat put uit. Het boek waarschuwt dat ik oranjerood licht nodig heb, flikkering, fonkeling – de geborgen gloed van kampvuur, kaarslicht, zodat het lichaam zich gereed kan maken voor de nacht, uitrusten van de jacht. Vertel elkaar verhalen, zegt het, sluit de dag bewust af. Misschien is je goed voelen lichamelijker dan ik denk, val ik op haar oranje lamp.