Je fotografeert altijd meer dan je denkt staat op de achterkant van een foto van Bas Fontein, op de voorkant een ronde spiegel in een tijdschriftenkiosk. De foto is gemaakt door zijn moeder tijdens een dagje Amsterdam. Het is een jaloersmakende eigenschap van foto’s dat je die niet zelf hoeft te nemen, dat je moeder die kan maken, dat je altijd meer fotografeert dan je denkt is beangstigend, het idee dat je – hoe goed je ook kijkt – niet ziet wat er wel al is.

Bas Fontein staat in de Beurs van Berlage. Voor hem staat een koffiekarretje, ‘mobile unit’, met daarop zwarte doosjes. Mislukte ideeën staat er in zilverinkt en een handschrift dat je op kerstkaarten aantreft. Er zitten 15 ideeën in een doosje, keurig genummerd, voor 20 euro. Er liggen ook oude boekjes. Ik weet niet of dat betekent dat hij moeite heeft om zijn werk te verkopen of dat hij er te veel heeft laten drukken. Ik durf het hem niet te vragen, hij zit er een beetje treurig bij, alsof al dat beeldmaken niet in zijn koude kleren is gaan zitten.

Ik koop het doosje Mislukte ideeën en probeer een gesprekje met hem aan te knopen. Dat wordt niks. Thuis bekijk ik de foto’s. Over een foto van een diepvrieskip aan een touwtje ligt een rare zweem omdat hij per ongeluk het fotorolletje in zijn broek had laten zitten en het op 60 graden had meegewassen. De mislukte foto is mooi, mooier dan wanneer hij gelukt zou zijn. Ik ben blij met het doosje en dat ik daardoor in contact kwam met Bas Fontein, al weet ik dat niet meteen. Voor een ontmoeting geldt hetzelfde als voor een foto.