Anderen weven webben, op geheimzinnige wijze, met een talent voor oppervlakkige maar toch waardevolle contacten, een talent waaraan het mij ontbreekt. Ik ben alleen goed in één op één, huid tegen huid, Hautnah, zoals de Duitser zegt. Als ik die ene heb, kan ik buiten de wereld. Maar nu heb ik die ene niet meer en moet ik gaan weven. Ik vind het vernederend. – Logboek van een onbarmhartig jaar, Connie Palmen